'Met wilskracht en een onwrikbaar geloof' door: Gerda Baeyens / 9 december 2003

Stil werd ik ervan. En met mij de hele zaal, je kon een speld horen vallen. Met ongeloof en dichtgeknepen keel waren we getuige hoe twee kleine meisjes moeizaam vorderden in het desolate Australische woestijnlandschap. Ze waren op weg naar huis en dapper zetten ze stap na stap onder een blakende onverbiddelijke zon. Dat ze eerder al met z’n drieën een soortement ‘strafkamp’ ontvlucht waren, politie en speurders hadden moeten zien te ontwijken, één meisje toch in handen van de achtervolgers gevallen was en ‘thuis’ meer dan 1500 mijl verderop lag, maakte er hun tocht alleen maar tragischer en indrukwekkender op.

Op 2 december had de filmclub gekozen voor "Rabbit proof fence", een van de vele verhalen over de ‘stolen generation’ Aboriginals. Met de betweterige arrogantie die machthebbers vaak etaleren wanneer het om minderheidsgroepen gaat, besloot de Australische overheid begin vorige eeuw dat Australië en de wereld ermee gebaat zouden zijn als het "onzuivere" ras van Aboriginals verdween. (Waar hebben we deze stelling de afgelopen decennia nog meer gehoord? De mens wordt blijkbaar nooit wijzer ondanks de ogenschijnlijke evolutie die hij meemaakt. Sommige waanideeën en primair denken blijken van alle tijden te zijn.) De enige manier om de Aboriginals te "converteren" naar het zuivere westerse ras, was de Abo-kinderen te ontrukken aan hun ouders, ze in een kamp op te sluiten en ze te laten huwen met blanken. Na drie generaties zou "zuivering" gegarandeerd zijn, althans als alles volgens het plan van de Chief Protector (!) verliep.

Drie dappere meisjes besloten echter moedig en met een onwrikbaar geloof in de afloop, zich niet neer te leggen bij de hen opgelegde toekomst. Ze ontsnapten uit het kamp en begonnen aan wat ons, westerse "geciviliseerde" mens, een schier onmogelijke opgave was : een odyssee doorheen het schrale, dorre Australische binnenland.

Aanvankelijk kon ik – en waarschijnlijk was ik niet de enige – enkel de zinloosheid van hun initiatief zien. Aan het eind kon ik alleen maar bewondering hebben voor hun wilskracht en onwrikbaar geloof in de zinnigheid van hun besluit. Ik bedacht hoezeer wij in het comfortabele, nuchtere Westen geregeerd worden door logica en gemakzucht : 200% zekerheid dat onze inspanningen zullen renderen, voor minder doen we het niet… Ik bedacht hoe weinig mensen nog een droom of een ideaal najagen. Ik bedacht hoezeer wij de voeling met de natuur kwijtgeraakt zijn. Hoe weinig wij nog openstaan voor het niet-tastbare, niet-verklaarbare in het leven. Een beschermengel hebben, wordt meestal lacherig afgedaan, laat staan een "beschermvogel".

En ik vroeg me af wie zich nu het rijkst zou moeten voelen : Wij die zonder telefoon, elektriciteit, warm water, kleren en een gevulde koelkast, compleet verloren lijken. Of de Aboriginals die gedreven door de herinnering aan moederliefde en zonder enig hulpmiddel, feilloos de weg naar huis terugvinden. Zelfs als thuis bijna aan het ander eind van een continent ligt…..